I.
Links: Araki, Sadao, minister van Oorlog. Midden: Uchida Kosai, minister Buitenlandse Zaken Japan. Rechts: Yosuke Matsuoka, ambassadeur van Japan bij de Volkerenbond.
Met dank aan Scudder.
II.
Maar ontegenzeglijk is het quatsch:
Wie herinnert zich niet dat ene plaatje (in ‘De blauwe Lotus’) van de drie Japanse gedelegeerden die in 1935 op hoge poten de Volkenbond verlaten?
Niemand, Doeschka, geen lezer van De Groene Amsterdammer herinnert zich dat plaatje.
Een enkeling zal zich De Blauwe Lotus herinneren als ‘het album waarin Kuifje dat Chinese jongetje redt’. Het gros zal opmerken: ‘Het gaat over China, toch?’.
III.
Rechts Georges, links Doeschka:
Wat ik steeds meer mis: het uitgesproken smoel van de roker. Dat stond me wel aan.
IV.
Schets van Germaine, voorjaar 1933:
Kijk eens goed naar haar gezicht.
Een masker.
V.
Quasi knorrige mail van een A la recherche-lezer die het plaatsen van explosieven onder het Hergé-museum ‘ongepast’ vind. Volgt een hilarisch gedetailleerd plan om althans een deel van de collectie te verduisteren. Zonder geweld. En zonder mij, hoewel het me allemaal griezelig uitvoerbaar lijkt.
Succes ermee, beste G. En doet u vooral een warme jas aan!
VI.
Rechts Tintin, links Tonton. Midden: een uitgelaten Haddock die zich ergens op verheugt.
We willen het niet weten.