dinsdag 30 augustus 2011

Het geluk van de eenling (2)


Zoiets gratuits als een troostaankoop, daar moet men zich op zekere leeftijd verre van houden. Maar het geforceerde afscheid van het grafiek ‘Dominant Septiem’ lag me zwaar op de maag.
En dus.
In Parijs maakte ik opnieuw de gang naar het antiquariaat waar ik vorig jaar zomaar drie originele dailies van Alex Raymond zag hangen. Dit is wat ik er toen over schreef:

Als je drie stroken Rip Kirby (niet opeenvolgend, wel rijmend door de matige staat en de overmaat aan notities in de kantlijnen) in drie smalle lijsten onder elkaar hangt, dan zie je, minimaal vanuit de ooghoeken, een compositie die je als kunst kunt ervaren.

Ik schreef ook dat ze niet te koop waren.
Ze bleken verkocht.
Nochtans verliet ik de winkel met de belevenissen van een andere enthousiaste pijproker: Auf Luftpatrouille und Weltfahrt - Erlebnisse eines Zeppelinführers in Krieg und Frieden van zeppelinkapitein Ernst A. Lehmann. Gesigneerd door de auteur en met een boodschap dus bevrijdend krankjorum aan de prijs. Een uitgave uit 1936. Krap een jaar later wandelde Lehmann kalm en bijna ongeïnteresseerd uit het brandende skelet van de Hindenburg. De volgende dag stierf hij, zijn rug- en nekpartij was één massa verbrande spieren, pezen en huid.

’s Avonds zei S.: ‘Als ík de smoor in heb, koop ik gewoon schoenen. Of een broek.’
De volgende keer dat ze me zo onzalig bejegent, zal ik mijn geld verkwisten aan een jurkje van Germaine. Dat beloofde ik haar.