Presentatie in een galerie waarboven een hardnekkig gerucht hangt van koninklijk bezoek. En dus stuitert S. uren achtereen door het huis in diverse stadia van aan- en ontkleding (‘Is dít wat?’). Uit balorigheid peuter ik tenslotte een oud en diep weggeborgen verjaardagscadeautje uit de verpakking.
‘Die ga je toch niet omdoen?!’ klinkt het ontstemd.
- En waarom niet?
‘Omdat ie… vloekt bij je pak.’
Ze heeft niet ongelijk.
Maar toch.
Alleen al de gedachte aan zoiets schunnigs als een vloekende Haddock-das redt mijn humeur.