maandag 31 maart 2014

Misverstand (1)



Links: gouache van Edward Burra (1905 - 1976), rechts: gouache van William Vance (1935-2017). Burra gaat dinsdag onder de hamer bij Sotheby’s, op de attractieve Made in Britain-veiling. Vance steekt komende zaterdag bij Christie’s de kop op, als kavel 85 op de Bande Dessinée et Illustration-veiling in samenwerking met schrokop Daniel Maghen.

Beiden hebben een richtprijs van € 25.000.

Dat over smaak niet valt te twisten, is een gekend misverstand. Maar laten we hier slechts opmerken dat zelfkantschilder Burra een gezonde belegging is* en vooral: met goed fatsoen aan de muur te hangen.

Een kwart ton neertellen voor een stijve Joris met botoxlippen en een das als deze…


Wat kon ik anders dan denken aan het achtergebleven klasgenootje uit de vierde van de Montessori die ons op het schoolplein veel te veel knikkers (ja, soms zelfs bonken en reuzebonken) betaalde voor de uithalers uit de Pep?


*) Burra’s goedgeluimde Zoot Suits werd op een eerdere Sotheby’s-veiling (2011) afgehamerd op een recordbedrag van ruim twee miljoen pond.

donderdag 27 maart 2014

Kommando Zeppelin (2)



Andries Brandt (midden, lichtblauw jasje), hier als medeoprichter van De Vrije Balloen.

V.
Ook leuk en misschien nog wel beter: ‘De voerman des doods’. Tekeningen: Carry Brugman. Tekst: Andries Brandt. Onvermoede horror voor de lezertjes van het weekblad Sjors, geschreven met het soort vanzelfsprekende vakmanschap waarvan ik soms vrees dat het is achtergebleven in de vorige eeuw.
In ‘Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal’, begeleidend boekwerk bij de gelijknamige tentoonstelling, duikt Brandt op acht pagina’s op. Geen woord over zijn verleden, wel de constatering dat voetbalstrip Roel Dijkstra zijn vertrek als schrijver eigenlijk niet heeft overleefd.

VI.
Ik zocht naar ‘Andries Brandt’ op Wikipedia. Het hoofdonderwerp is verdwenen. De Comiclopedia van Kees Kousemaker rept terloops van een dienstverband bij de Waffen-SS en schakelt snel over naar een naoorlogse carrièrebeschrijving. Dat is een tikkeltje karig. En jammer, want het correcte lemma zou meteen het meest enerverende van deze database zijn:

Andries Brandt (1918 - 1985) diende in zijn jonge jaren bij de Waffen-SS en maakte in de laatste weken van de oorlog deel uit van Kommando Zeppelin, een op eigen gezag opererend doodseskader dat zich schuldig maakte aan plundering, marteling, verkrachting en moord. De excessen die werden begaan, waren zo wreed dat Brandt c.s. door de Duitse bezetter werd gearresteerd. Achttien jaar later werd hij hoofd van de stripafdeling bij de Toonder Studio’s.

VII.
Brandt kwam ermee weg, dat wil zeggen: hij duikt na de oorlog onder bij zijn moeder. Die snijdt met een scheermesje het SS-teken uit zijn bovenarm.

‘Als de zoektochten naar hem intensiever, maar de straffen tegen oorlogsmisdadigers wat milder worden - het hellend vlak van gratieverlening is betreden -, besluit hij zich aan te geven.’

(Wim Hazeu in zijn Toonder-biografie, pagina 261)

Brandt zal zijn betrokkenheid bij de wandaden van Kommando Zeppelin opbiechten…

‘… met de toevoeging dat hij slechts getuige was (…) Brandt heeft alles gezien maar voelt zich niet schuldig.’

Hij krijgt tenslotte een werkstraf van een paar jaar in de Staatsmijnen. In 1955 solliciteert hij als tekenaar en schrijver bij Toonder Studio’s. Marten neemt hem na een langdurig onderhoud aan. Toonder, later:

‘De sukkelaar had het lang niet gemakkelijk gehad met zijn leven, volgens mij heeft hij zijn leven daardoor eigenlijk verwoest. Hij was maar een half mens, niet meer in staat om een volwaardig bestaan te leiden. Wat er van hem over was, was de artist.’

VIII.
Is het denkbaar dat de stripmaker inderdaad alleen maar ooggetuige is geweest van de uitwassen van zijn kameraden en zelf zijn handen niet vuil heeft gemaakt? Dat leek me een vraag voor een collega van S. die ooit een documentaire voorbereidde over voormalige Nederlandse SS’ers in het Vreemdelingenlegioen. Het ondubbelzinnige antwoord:

‘In dat soort broederschappen zijn geen plaatsen langs de zijlijn. Betrokkenheid betekent altijd meedoen. Ik ken geen uitzonderingen. Die bende van Andries Pieters - en dat was het, een moorddadige bende - was ten diepste ’ohne Gewissen’. Als er gemarteld werd, martelde iedereen. Als er gemoord werd, moordde iedereen.’

IX.


Links: Patty Klein. Rechts: Andries Brandt.

Brandt overleed in april 1985. Toonder-medewerkster Patty Klein hoorde toen pas, van diens broer, alles over het oorlogsverleden van de man waarmee ze jarenlang emotioneel zeer nauw verbonden was. Ze verneemt ook dat Marten Toonder in grote lijnen daarvan op de hoogte is geweest. De schok wordt nog groter als ze beseft dat Brandt tot de kring van allerergste oorlogsmisdadigers heeft behoord. Op haar site schrijft ze, onder de naam Patty Scholten:

Collega’s wisten niets van A.’s verleden,
erover praten vond ik ongepast.
Ik torste zijn geheim – een loden last –,
van iedereen vervreemd en afgesneden.

De collega's konden altijd geweldig met hem lachen.

X.
In 1965 coördineert de suspecte (...) Hergé de publicatie van de hertekende De Zwarte Rotsen in het weekblad Kuifje. In datzelfde jaar bedenkt Andries Brandt van het Kommando Zeppelin voor het weekblad Donald Duck ‘De Booswichtenclub’, een vriendenclub (waaronder Midas Wolf en Bruin Beer) die het Duckstadse bos terroriseert.

De geschiedenis is een perpetuum mobile van perverse anekdotes.

dinsdag 25 maart 2014

Kommando Zeppelin (1)



I.
‘Een huwelijk? In kasteel Engelenburg? Natuurlijk gaan we! Wat een geweldige plek…’
- Sinds wanneer geef jij om trouwpartijen? vroeg S.
‘We zouden er kunnen overnachten,’ stelde ik voor. ‘Wat denk je?’
Maar ze wantrouwde mijn enthousiasme en ze dacht niet dat we zouden gaan omdat ze sowieso dacht dat ze niet kon. En dus gingen we niet, wat me nogal speet. Wel wierp ik nog een blik op de website van het Gelderse kasteel. ‘Geniet de geschiedenis’, las ik. En ook: ‘Heden en verleden komen hier samen.’

Dat kon je wel zeggen ja.

II.
Engelenburg is een kasteel van likmevestje, een landhuis met slotgracht en een gore historie. Op 6 april 1945 strijkt Kommando Zeppelin (ook wel: Kommando-Steinbach) er neer: dertig losgeslagen, veelal Nederlandse SS’ers onder leiding van Untersturmführer Andries Pieters. Dankzij tips van de lokale SS en SD kunnen zijn manschappen in een mum van tijd tientallen - vermeende - verzetslieden arresteren. Engelenburg (‘Wakker worden en nog even verder dromen’) wordt een martelcentrum: slaan met gummiknuppels, afbinden van geslachtsdelen, brandende kaarsen uitdrukken op lichamen, spijkers onder nagels slaan, gloeiende poken, verkrachting en ten slotte executie. Op 13 april 1945 vluchten Pieters en zijn mannen alweer voor de oprukkende Canadezen. Terloops geven ze acht gevangenen een nekschot en gooien de toegetakelde lijken in de kasteelgracht. In een landhuis in Loosdrecht worden de gruweldaden nadien voortgezet.

III.
In 1952 verklaart de toenmalige minister van Justitie:

‘De feiten waarom het hier gaat, behoren tot de allerergste, die hier te lande tijdens de oorlog zijn gepleegd.’

Pieters en zijn mannen gingen zo beestachtig te keer dat het zelfs het hoofd van de Sicherheitsdienst in Amsterdam te gortig werd. Oorlogsmisdadiger Willy Lages gaf opdracht om het voltallige Kommando Zeppelin ‘wegens excessen’ in te rekenen.

Op 21 maart 1952 krijgt Andries Pieters de kogel - de laatste doodstraf die in Nederland wordt voltrokken. Pieters heeft zijn betrokkenheid bij zware mishandeling toegegeven, van de gruwelijke martelingen wil hij niets weten. Die zijn, houdt hij vol, begaan door zijn manschappen.

Een van die manschappen heet ook Andries.

IV.
‘U bent op kasteel Engelenburg. Door het open raam hoort u de vogels. Over de slotgracht kijkt u het kasteelpark in.’

Wat had ik in die oase willen lezen? ‘Holle Pinkel en de Sidderkuur’? ‘De maagd van Otterhout’ (uit de reeks Horre, Harm en Hella)? Of toch ‘Gevaarlijk spel’ met de anatomisch misvormde Roel Dijkstra? Laat ik mezelf wijsmaken dat ik had gekozen voor dit veronachtzaamde juweeltje:




Donderdag: ‘Collega’s wisten niets van A.’s verleden, erover praten vond ik ongepast. Ik torste zijn geheim – een loden last –, van iedereen vervreemd en afgesneden.’

maandag 24 maart 2014

De kronieken van Molensloot (24)


Wat vooraf ging: Germaine is inmiddels uit de wrakstukken van de Lancia Aprilia gezaagd en met spoed overgebracht naar het ziekenhuis. Daar krijgt ze te horen dat ze de rest van haar leven mank zal blijven. Haar man kan dit nieuws nauwelijks verwerken.







vrijdag 14 maart 2014

Aan het werk!*






*) Vanaf dinsdag 25 maart vervolgen we hier onze reis voorbij de voordeur van Hergé.