Met enige onwil, maar met dwingende, buitenlandse gasten, over de vrijmarkt geschuifeld. Mistroostige gewaarwording: na de videoband gaat ook de dvd teloor. In een andere eeuw en in een ander leven betaalde ik bijna tweehonderd gulden voor een VHS-band met het zwartgallige Cul-De-Sac. Huren kon ook (drie dagen voor 25 gulden, exclusief borg), maar de sensatie om een Polanski-film in bezit te hebben, was onvergelijkelijk. Ik herinner me alleszins de onverholen blijdschap en opwinding: begin jaren tachtig was het zomaar mogelijk (en betaalbaar) om een eigen filmbibliotheek op te bouwen.
Dertig jaar later mag het melancholieke Chinatown, óók Polanski, mee voor anderhalve euro. Ik laat ‘m liggen. Ergens in die drie decennia is er iets moois gesneuveld.
Foto!
Van links naar rechts: Appel, Hergé, Mortier.
Van Antoine Mortier viste ik uit een doos kunstboeken Het naakte teken, Vlaamse uitgave uit 2000, nog geseald in folie wat de tragiek van de artiest fijntjes benadrukt. Hergé worstelde met zijn witte demonen, de getroebleerde Mortier ‘vocht met de nachtegalen’. Uit mededogen dong ik niet af en betaalde de volle tien euro, voor een vrijmarkt een bijna onfatsoenlijk bedrag.