woensdag 30 mei 2018

U wordt verzocht niet in te stappen


Ik reisde S. achterna die op de Marché du film in Cannes magere zaken had gedaan en nu was verkast naar een hotel in Grasse – ‘Een Rome van de geur was deze stad,’ schrijft Patrick Süskind in ‘Het Parfum’.

Dit beloofde land der parfumeurs was, had ik al in Nederland besloten, een uitgelezen plek om Süskinds drieëndertig jaar oude bestseller te herlezen. Maar S. dacht er net zo over en snaaide mijn exemplaar. Haar wisselgeld was een roman die aanving met:

‘De trein naar Vlissingen stond er al.’

Ik geloof niet bijster in de magische eigenschappen van een beginzin, maar deze opening leek op een moedwillig terugfluiten van de auteur: ‘U wordt verzocht niet in te stappen’. Beleefd gehoorzaamde ik aan Franca Treurs oproep en reisde niet mee met haar ‘Hoor nu mijn stem’.

Plaatje dan maar:


Geïnkte pagina 58 uit COKE. Deel van een kavel uit de eerste European Comic Art Signature-veiling van het Amerikaanse Heritage Auctions*. Dit is het andere deel:


Pagina met de originele schetsen. En kijk vooral eens naar deze oude bekende:


Haai slikt mijn in. GLOP!!!

Britten noemen zo’n onomatopee ook wel een ‘gluttony word’. Van de gulzige woorden is SLURP (stammend uit het midden van de zeventiende eeuw) beslist de bekendste.

GLOP is vunziger dan SLURP, en, lezen we in A Dictionairy of Culinary Curiosities, zelfs nog een paar eeuwen ouder:


Maar nu:


In de uiteindelijke versie geen spoor meer van GLOP! Hergé lapt de historie aan zijn laars, zijn GLOBL gaan we op voorhand niet terugvinden in eeuwenoude documenten. Toch deed het ploppend-schrokkerige van zijn fonetische vondst me ergens aan denken: het twintigste-eeuwse repertoire van Don Martin:


Helaas, in de uitputtende inventarisatie van Martins mesjogge onomatopeeën komt GLOBL niet voor. Wel is er een GLUK (King Kong throwing girl into mouth) en een ULP (Princess swallowing frog). Dichtst in de buurt komt allicht GLORGL (voorafgegaan door ARGLE GLARGLE) waarbij we ongezien weten dat hier sprake is van een princess using mouthwash.

Overigens hopen ze in Dallas komende zaterdag minimaal $ 720.000 binnen te harken voor de schets- en geïnkte pagina uit COKE. Dixit Don Martin: SKLERCH ! (Man’s popping eyes stopped by glasses).


*) KLIK HIER voor de catalogus waarin ook de klare lijntjes van Van den Boogaard, Van Dongen en Swarte figureren.



dinsdag 22 mei 2018

Dit is de grootste tintinologische vondst van 2018


Waarmee scheurt professor Mortimer hier het hoekje om?



Afbeelding uit: Het geheim van de grote piramide.

Het is de Austin A70 Hampshire – onpopulair autootje uit 1948 dat in 1950 alweer werd vervangen door de A70 Heresford. Niet zo interessant allemaal. Wat wél leuk is:


Een gepersonaliseerde versie van de A70 in de laatste Mad Max-film – vanzelfsprekend veel te wild voor onze professor. Ik kom er zo op terug.

Maar eerst:

Hoeveel tekstblokken heeft Hergé nodig om, in dezelfde verschijningsperiode van Jacobs’ ‘Het geheim van de grote piramide’, zijn complexe maanavontuur te vertellen?

Een Vraag van de Week die nog onbeantwoord is. We weten dat Jacobs geen maat kon houden – hij produceerde zelfs pagina’s waarop hij op elk prentje elke handeling binnenskaders benoemt:


Hier in de herziene inkleuring van Philippe Biermé en Luce Daniels.

Enfin, het correcte antwoord luidt:

Waar Jacobs 289 (deel 1) en zelfs 404 (deel 2) tekstblokken vult om zijn Egyptische avontuur te kunnen vertellen, blijkt Hergé (in de albumuitgave) niet meer dan respectievelijk 36 (deel 1) en 26 (deel twee) tekstblokken in te zetten.

Het is dit cijfermateriaal dat me op het pad zette naar (sans modestie et sans orgueil!) misschien wel de grootste tintinologische ontdekking van 2018:

De inhoud van alle tekstblokken uit het Maan-avontuur van Hergé passen in 1 (één) tekstballon uit het Piramide-avontuur van Jacobs.

En geloof het of niet, maar die ballon past dan weer in een Austin A70 Hampshire. Kijk maar:


Sterker nog: er schiet ook nog ruimte over om te adverteren!


Ik knijp er even tussenuit. Eind volgende week weer verder.

zaterdag 19 mei 2018

Mijn einde is onvermijdelijk


Uitnodiging om vanavond in slot Loevesteijn in de intieme Grote Caemer aanwezig te zijn bij de uitreiking van Het Gouden Vliegwiel 2018. Nu moet ik bekennen dat ik nog nooit van die prijs had gehoord. Ook de namen van de genomineerden zeiden me niets, op één na: Jean-Marc van Tol. Daarover straks meer. Eerst:


Voilà, een culturele onderscheiding voor kunstenaars die de wind er flink onder hebben.

De nijvere Van Tol is bij het grote publiek natuurlijk vooral bekend van ‘Stijloefening nr. 100’ (uit de bundel ‘Nieuwe Informatie Over De Dood Van President Oswaldo (1977) En Andere Verhalen’):


Slechts een enkeling zal weten dat de personages uit dit weergaloze, langs Masereel en Queneau scherende werk, met regelmaat terugkeren in zijn cartoontekeningen. Het aardige is dat Van Tol juist in de obscuriteit van deze goeddeels veronachtzaamde discipline grenzen kan verleggen:


Zeer recente uitgave die mijn S. aantrof op de lectuurtafel van haar fondsenwerver.

’s Werelds eerste fiscale handboek met de term ‘Anusfistel’ op het omslag, klinkt het juichend in het juryrapport van Het Gouden Vliegwiel. De nominatie voor de prijs vloeit evenwel vooral voort uit alweer een ander werkveld:


Zo-even neergevlijd in de betere boekhandel: het lijvige eerste deel van de Johan de Witt-trilogie, van romanschrijver Jean-Marc van Tol – ‘caleidoscopisch boek waarin vanuit verschillende personages en perspectieven de gebeurtenissen van het bijzondere jaar 1650 worden beschreven’.

De openingsalinea is alvast onweerstaanbaar:


Als u dit leest, ben ik dood… Probeer dan maar eens niet aan het ‘Lorsque vous trouverez ces lignes…’ van de ongelukkige ingenieur Frank Wolff te denken:


Wolff stapte uit de raket en nee, geen wonder kon hem redden. Bij Van Tol kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij, met zijn ambitieuze, historische trilogie, juist in de raket is gestapt.
Ik weet voor wie ik ga klappen vanavond!

woensdag 16 mei 2018

Hier heb je HON !


Vooruit, laten we iets vriendelijks zeggen over dit personage met peuk achter de sanseveria. Lijkt, zo merkte ik hier al eerder op, zomaar weggelopen uit een sociaal-krities melodrama van Fassbinder:


We herkennen William Vance – jongste lid van het Koningskoppel van de Kantige Kaaklijn:


Links de Bob Morane van Vance, rechts de Michel Vaillant van Jean Graton, die de scepter voortaan alleen draagt (dit najaar viert hij in besloten kring zijn 95ste verjaardag).

‘Vierkante kaken zijn makkelijk te lijmen als je ze breekt,’ noteerde een jonge Washington Post-verslaggever in een reportage over het Cuba van Castro, 1961. Dat was Tom Wolfe. Ook dood.

Het prentje van held Bob komt uit dit album van begin jaren zeventig:


Er staan weinig tekstblokken in, maar de buitensporig bijdehante dialogen staan alsnog garant voor een vermoeiende leeservaring:


Dit zijn beslist onverschrokken helden:


…en het houdt niet op:


Maar eerlijk is eerlijk: deze passage bracht me onbedwingbaar aan het lachen:


Hier heb je HON!


WILLIAM VAN CUTSEM, alias William Vance. Anderlecht, zondag 8 september 1935. Santander, maandag 14 mei 2018.

maandag 14 mei 2018

Dood van een maanreiziger



Links professor Arthur Miller, rechts toneelschrijver Miloch Georgevitch.

Twee druppels water’ pleegt men dan te zeggen:


…hoewel Bernlef dit ‘niet uit elkaar kunnen houden’ eens mooi omschreef* als:

‘Ze lijken op elkaar als de wind van dinsdag op de wind van zaterdag’.

Miller overleed aan kanker, een longontsteking en een hartaandoening, maar wel in gezelschap van zijn 55 (vijf-en-vijf-tig) jaar jongere vriendin.

Miloch overleed aan de stralingsziekte, in gezelschap van zichzelf:


Mindfulness! Gevoelens en gedachten hardop uitspreken zodat je helemaal in het nu leeft. Tevens prettig informatief voor je slachtoffers die stiekem meeluisteren:


Kuifje kan er ook wat van:


... maar ‘alles hardop benoemen’ terwijl je in je maanraket aan het stikken bent:


...is, op z’n kritiek moment, absoluut een onverstandige oefening:


Speelt-ie in dit laatste prentje nou ook nog Twister, tien jaar voordat Twister werd uitgevonden? Hergé is een groot visionair! Of is hier sprake van overacting? Mij voert de nogal hysterische lichaamstaal rechtstreeks naar dit 45 jaar oude, Turkse nepjuweel:


De finale uit ‘Kareteci Kiz’, algemeen beschouwd als de beroerdst geacteerde sterfscène ooit. KLIK ! voor drie minuten goedgemutst geknoei. Zelf de onomatopeeën erbij denken!


*) In de bundel ‘Verschrijvingen’.

vrijdag 11 mei 2018

Het geheim van de grote wimpers


Beeldrijm!


Links: de man met de stompjes (ongelukkige handen, uit de pen van Hergé). Rechts: de man met het stompje (ongelukkig hoofd, uit de pen van Jacobs). Een leuk setje, volgens Tintinperdu-lezer Scudder die me erop wees.

We keuvelen nog wat verder over Het Geheim van de Grote Piramide. In de Volkskrant (27 maart 2018) vertelde Peter van Dongen al dat het Egyptische avontuur van Edgar Jacobs dient als stijlvoorbeeld voor zijn eigen B&M-album:

‘Een kroontjespen geeft een strakke lijn, met penseel wordt het meer dik-dun. ‘Het Gele Teken’ is bijvoorbeeld helemaal met penseel getekend, wat een vrij vette lijn geeft. ‘De Grote Piramide’ gaat meer richting Kuifje. We kiezen ervoor om de achtergronden met kroontjespen te tekenen en de personages met penseel: zo creëer je diepte.’

Hoe Kuifje is Mortimer in PIRAMIDE? De professor heeft in zijn vroege avonturen dezelfde ogen als onze jonge reporter, tot op zekere hoogte, want de puntjes zijn vaak o-tjes, zoals bij Haddock:


Ik zie hierin voornamelijk leegte, geen diepte.

Een curieuze, bijna griezelige stijlbreuk komen we tegen in de finale:


Echte ogen! Is het een vooruitwijzing naar dit opmerkelijke prentje uit Het Gele Teken:


... waarop zelfs de pupillen van Mortimer zichtbaar zijn?

Op pagina 46 springen zijn ogen dan weer gestileerd open:


...en gaat mijn aandacht vooral uit naar zijn wimpers. Als ik niet beter zou weten, betreedt de professor hier de kleedkamer van de Cage aux folles in Saint-Tropez.

Na al dat geblader in PIRAMIDE leek het me beslist een uitdaging om de oude albums (ze zijn op een haar na pensioengerechtigd) ook eens te herlezen. Het valt me zwaar om toe te geven dat ik al op pagina 8 moest afhaken, na een venijnige beet uit de zuigsnuit van Tekstblok 32. Er lagen op dat moment nog 257 tekstblokken op de loer!* We zijn, vrees ik, niet allemaal voor doorzetten in de wieg gelegd.


*) Let wel: om aan het einde van het eerste deel te geraken... In deel 2 zien we de tomeloze Jacobs zelfs meer dan vierhonderd (400!) blokken volstouwen met parafrastisch geëmmer.
Vraag van de Week: hoeveel tekstblokken heeft Hergé nodig om, in dezelfde periode, zijn complexe maanavontuur te vertellen? Verwonder u vooral over de uitkomst...


dinsdag 8 mei 2018

Maar daar wordt er driemaal geklopt...!


Er was weer eens een doek gevallen in de familiekring en ik zag nogal op tegen de uitvaart. Maandagochtend over een begraafplaats schuifelen... het voelt als een flauw schrijverstrucje: laatste hoofdstuk helemaal naar voren gehaald, daarna vertellen hoe het zover is gekomen.

In dit geval is de week nog maar net begonnen en valt er niets meer te zeggen. De jongere neef van S. is overleden aan AML, een gemene vorm van leukemie. Twee sprekers refereren vertroostend aan het prachtige weer en zijn blijmoedige karakter. Ik herinner me een kort verhaal van Tim Krabbé waarin de hoofdpersoon opmerkt dat élk weer bij een begrafenis symbolisch is.

Plaatje!


8 september 1949: Edgar Jacobs breit een eind aan zijn Zwaardvis-epos.

Mijn God, wat een ruïnes, verzucht de professor over hetgeen het gele falderappes onder leiding van het Mongoolse mispunt Basam-Damdu heeft aangericht. Ik ben geneigd te zeggen: gelijk heb je, met die bedruktheid. Op de achtergrond wordt weliswaar gewerkt aan de wederopbouw, maar met die paar houwelen... en met, ja, met wat eigenlijk?


Wat doet die kerel daar en waar leunt hij op? En waarom die opgestoken duim? Omdat hij zonder kleerscheuren die rare hoge ladder heeft bestegen?

Niettemin is het ongerief van de Derde Wereldoorlog al binnen zes maanden aan kant. En dus kan in maart 1950 het doek opgaan voor:


...Het Geheim van de Grote Piramide. Dit is de aankondiging, op de Nederlandstalige editie van het Weekblad vrij vertaald met:


Precies een week later kondigt Hergé op die plek zijn nieuwste Kuifje-avontuur aan. De heren zullen gelijk optrekken, maar de reikwijdte van hun ambities verschilt nogal. Hergé stuurt zijn helden naar de maan, Jacobs dirigeert ze naar de geheime kamer van Horus. Beiden bezwijken bekant in een tergend voorspel.

Bij Edgar valt er in eerste instantie ook niet méér te beleven dan dit:


De inleiding op het Egyptische avontuur wordt voor de albumuitgave uitgesmeerd over twee pagina’s en ingeluid met:


Mwah.

Le rideau va se lever ! besluit de auteur zijn indroge uiteenzetting. De Nederlandse vertaler breidt dat ook al vrijelijk uit tot:

‘Maar daar wordt er driemaal geklopt… Het doek gaat op!’

...en verdient daar credits voor. Les trois coups, drie kloppen met een stok (een brigadier*) op de toneelvloer, zijn in het klassieke Franse theater nog steeds het signaal voor het begin van een voorstelling:




*) De brigadier, die ga ik verschrikkelijk missen, zei de Franse film- en theateracteur Maurice Chevit kort voor zijn dood. Hij werd 88 jaar oud - en op een vrijdag begraven.

zaterdag 5 mei 2018

Lachen en wenen om dramatisch veilingnieuws


I.
Aardig mailtje van D. die aanwezig was bij de veiling van Christie’s in Parijs en ‘stiekem’ hoopte op enig spektakel bij hamerstuk 105:


Maar na de ‘opgebouwde spanning’ volgde een ‘afknapper’:

‘De zaak was in minder dan een minuut beklonken. Veilige stapjes: 400. 420. 440. 450. 460. 480. 490. 500.000 euro. Klaar.’

Of je een half miljoen (exclusief de toeslag van ruim een ton) voor een prent van Hergé een afknapper mag noemen, valt natuurlijk te betwisten.

II.
Enig spektakel viel volgens D. wél te genieten in het staartje van de veilingavond:


Illustratie van Morris voor het magazine van Le Figaro:

Opvallend lage richtprijs (€ 20.000), opvallend hoge hamerprijs: bijna zes maal over de kop, met € 115.000 (€ 143.750 inclusief).

Lucky Luke neemt het op voor de persvrijheid, maar let vooral op de woorden van Jolly Jumper: Sans la liberté de blâmer, il n’est pas d’éloge flatteur – het devies van Le Figaro:


… afkomstig uit het blijspel Le Mariage de Figaro (1778 - nu vooral bekend als de opera van Mozart: La Nozze di Figaro) van de Franse schrijver, wapenhandelaar, diplomaat, spion (en heel veel meer) Pierre Beaumarchais.

Voor de vertaling kan ik teruggrijpen op een Nederlandse uitgave uit 1921:


Zonder het recht te laken is alle lof waardeloos… Een prachtig motto in Trumpiaanse tijden. Maar zie vooral óók wat er aan deze (onderstreepte) woorden voorafgaat - en waarover wijselijk wordt gezwegen.

III.
Voor de echte afknappers kijken we nog even naar de wat sneue L’univers du créateur de Tintin-veiling van Artcurial. De najaarseditie was vorig jaar alleszins een bloedeloze vertoning, zeker wat betrof de albumverkoop (42 procent bleef onverkocht).

De (nog onofficiële) cijfers van de veiling van gisteren blijken nog dramatischer. Van de 56 albums die onder de hamer gingen, vonden 35 (= bijna 2/3) geen koper. Zelfs voor het door Hergé aan zijn nichtje Marie-Louise opgedragen CONGO-album was onvoldoende belangstelling.

In de nalatenschap van Pierre Beaumarchais vinden we opbeurende woorden voor veilingmeester François Tajan: Je me presse de rire de tout, de peur d’être obligé d’en pleurer. *


*) Ik haast mij om alles te lachen uit vrees erom te moeten wenen.

dinsdag 1 mei 2018

Dat zou ik niet doen !


Wat gebeurt hier?


Duizelig van de honger is onze held de grens met Bordurië overgestoken alwaar hij brood en wijn heeft ontfutseld aan de vijandige grenswachten.

Illustratie voor het omslag van de Petit Vingtième (22 juni 1939) waarvoor deze vluchtscène uit SCEPTRE diende als inspiratie:


Later heeft de Tekenaar zich, bij wijze van cadeauverpakking (hij schonk het origineel aan een kennis), moeite getroost om de boel netjes in te kleuren:


En precies die gift gaat komende donderdag onder de hamer bij Christie’s in Parijs (KLIK! voor de catalogus). Richtprijs: € 500.000 – 600.000. Dat is geen misselijk bedrag - sterker nog, ik vind het veel te veel voor een werkstuk met zó’n onhandig gebrek:


Stompjes!

In de grove steunkleuren op het PV-omslag zijn ze zelfs bloederig:


‘Met de klare lijn kun je heel mooi ingewikkelde beelden versimpelen, maar als je iets fout tekent zie je het meteen - je kunt niet sjoemelen. Hergé zei al: ‘Handen zijn het moeilijkst’. Als iemand geweldige decors tekent, maar de handen staan niet goed, vind ik dat toch minder.’ *

Tip: houd de platvink tot 14 mei gesloten en bied dan (bij concurrent Sotheby’s) mee op…


…een Picasso met een vergelijkbare richtprijs: Cigare, een uniek werkje (beschilderd hout) uit 1941 én beslist een fraai artefact op het plankje met alle edities van PHARAON.


*) Interview met - hé, hij weer! - Peter van Dongen in Trouw.