In de maand dat 1.000.000+ PICAROS van de persen rollen, vier ik mijn zeventiende verjaardag. Mijn nieuwe liefde heet Ulrike Meinhof - en is dan niet minder dood dan mijn oude held die me ontgoochelt met een futloos avontuur. De tiener schrijft een quasi-verongelijkte brief aan de Tekenaar en schrikt als hij zomaar antwoord ontvangt. De reactie van Hergé is zorgvuldig geformuleerd en tamelijk grappig. Op mijn bedremmelde respons naar de Avenue Louise volgt maanden later wéér een antwoord. Het blijkt de kiem van mijn verzamelpassie, eentje die drie jaar later ontspruit in een drift die soms frenetiek zal zijn als mijn gewapende (en alweer vergeten) heldin uit het Oosten.