Ik herlas ‘Le temple du soleil’ en liet me, in het slotstuk, weer blindelings meeslepen door de wanhoop van de kapitein:
Jamais je n’ai touché à ce point le fond du désespoir…
Horen we hier nog wel de oude zeebonk Haddock of verkeren we met Ferdinand Bardamu/Céline op een krakkemikkige schuit richting de Congo?
De oude Nederlandse vertaling is niet minder fraai…
… met dank aan dat pruikerige bijwoord Aldus.
Het fragment verscheen op 11 maart 1948 in het Weekblad. Luttele maanden later had de Tekenaar een korte affaire met een 19-jarige rechtenstudente, Rosane. Hij biechtte zijn avontuurtje op en gleed weg in een gemene depressie - een ‘demon du midi’ zoals hij het noemde in een brief aan Germaine.