Nog een keer factotum P. Hans Frankfurther (midden), hier als dagvoorzitter van het legendarische psychedelica-congres Trip ’68:
Quatsch, natuurlijk. De foto is gemaakt op de eerste Dag van het Beeldverhaal, begin april 1968, en is terug te vinden in de Comiclopedia van Lambiek. Altijd gedacht dat wijlen Kees Kousemaker met een kluchtig kappersschaartje de arme Marten Toonder daar in paddo-sferen heeft geplaatst. Tot ik het origineel tegenkwam:
Geintje van de fotograaf! Rechts professor Schlichting, hoogleraar in de publicistiek, die aan Toonder een ‘Gouden Schicht’ overhandigt en hem aldus erelid van het Stripschap maakt. Eerder sprak de professor ongekend lovende woorden over de negende kunst (‘De strip weerspiegelt vaak een moment uit de grote kunstgeschiedenis’) waarop Toonder verguld reageerde:
‘Ik ben destijds natuurlijk serieus met mijn vak begonnen, maar dit is de eerste keer dat er wetenschappelijk is vastgesteld dat ik niet infantiel heb gehandeld.’
Waar het me bij deze foto werkelijk om is te doen, is dit:
Het is zaterdag 6 april 1968. Vanavond is het dertiende Eurovisie Songfestival (Spanje wint met het liedje ‘La La La’). 175 kilometer zuidwaarts overlegt de onnozele hals Hergé over een datum voor de Parijse boekpresentatie van VOL 714. De (ongelukkige) keuze valt op 16 mei. Als de tekenaar iets beter op de kalender had gekeken, had hij geweten dat het in mei de hele maand ‘Mei ‘68’ is. Straatrevolte! Barricades! De verbeelding aan de macht! Waarna we met een kater de jaren zeventig inrollen.
En ál die tijd, altijd en overal, tot vér in de jaren tachtig en tot gekmakens toe, zijn er in Nederland bij elke gelegenheid kopjes Bravilor-koffie met scheuten Frico-koffieroom en kleverige puntkadetjes met margarine en goedkope fricandeau.
De tijd snelt voort, het uur vliedt heen en laten we vandaag daar eens aan toevoegen: Godzijdank!