Liefdeloos is evengoed de biograaf die geen reserves kent in het gebruik van zijn bronnen. Heeft de eerste vrouw van Hergé werkelijk voor de camera beweerd dat ze diens minnares (lees: ‘het inkleurstertje’ Fanny Vlamynck) een trut vindt? Niet natuurlijk. Ze noteert haar woede en haar wanhoop in een agenda. Dagboekaantekeningen zijn het amper te noemen; het zijn gedachteflarden, hoogst persoonlijk, hoogst pijnlijk en apert niet voor de openbaarheid. Germaine Kieckens had enkel de pech dat ze in handen vielen van een biograaf die geen maat kan houden. Philippe Goddin strooit in zijn LIGNES DE VIE onbarmhartig (en vér voorbij het punt van noodzaak) met citaten.
Tweede dolksteek in de rug van Germaine komt van Moulinsart dat goedkeuring verleende aan een stuitend slechte vertaling. In LEVENSLIJNEN wordt de ex van de Tekenaar ook het laatste restje waardigheid ontnomen: door het mismaakte Nederlands klinkt ze als een labiele bakvis.