Intrigerende mail van een lezer die beweert dat chaos überhaupt niet in Klare Lijn is te verbeelden omdat die stijl geen geluid heeft. Zover zou ik niet durven gaan. Feit is wel: ik vind het universum van Hergé opvallend stil. Wat me overigens doet denken aan een ontmoeting met wijlen Hans Frankfurther die zich ergerde aan een klakkeloos herhaalde anekdote (Jongetje zegt over Kuifje-film dat de stem van de kapitein heel anders is dan in de boeken). Frankfurther deed bescheiden kwantitatief onderzoek en concludeerde dat hij niemand kon vinden die stemmen/geluiden hoorde in de boeken van Hergé. Ergo: ‘De Klare Lijn is niet auditief’.
Vraag is dan of andere stijlen dat wél zijn. Is er zoiets als een onzichtbare volumeregelaar die, pak ‘m beet, Franquin moeiteloos in de hoogste stand kon zetten en die Hergé niet kon (of niet wilde) beroeren? Verkeert een onomatopee in de ene stijl in een absoluut vacuüm en komt zij in een andere stijl tot volle wasdom?
Volkskrant-medewerker Joost Pollmann mailt me desgevraagd dat Frankfurther slechts gelijk heeft in de smalle betekenis: ‘Veel mensen lezen met gebruik van hun binnenoor. Als je poëzie leest, hoor je ook melodie, ergens in je schedel. Stripfiguren hebben dus een stem.’
Die beslistheid roept weer een andere vraag op: lijdt de Klare Lijn-lezer die slechts stilte hoort dus aan een Gebroken Binnenoor?