1958
‘Wat doen we met de paascover, jongens?’
- Iets met een ei? Dat Kuifje met een paasei loopt?
1959
‘En de paascover?’
- Kuifje? Met een ei?
‘Daar liep-ie vorig jaar al mee.’
- Ja. Maar nu rent-ie.
1960
‘Paascover? Iemand?’
- Dat ze met een ei rennen...
‘Ik meen toch echt dat we...’
- Nee. Ze rennen de andere kant op.
1961
‘Cover?’
- Hollen met een ei?
‘Alweer?’
- Klok erbij?
‘Klok erbij!’
Waarde lezer, een geïnspireerd Pasen!
Terug op woensdag 27 april.