vrijdag 10 december 2010

Woord van dank


Terugkijken, daar krijgt men maar een stijve nek van. Desalniettemin ben ik voor het voorbije jaar aan verschillende mensen mijn dank verschuldigd.

Aan D. die me met een vervalst origineel/originele vervalsing in opperste staat van verwarring bracht. Aan B. voor het overrompelende kunstwerk dat we uit zijn Parijse woning mochten tillen. En aan Scudder, wiens opmerkingen, kanttekeningen en soms zelfs terechtwijzingen altijd weer een genot waren om te lezen.

Aan Luigi Ciciriello voor zijn geroosterde duifje uit de Vendée in truffeljus. Aan Robert die een kwart liter wijn uit een litho van Balthus wist te filteren. Aan de Absintdrinkster die zomaar een half jaar in mijn nabijheid verbleef. En aan Dick Matena en Marten Toonder voor de plezierigste leeservaring van het jaar.

Aan H., tot slot, voor die wonderlijke winteravond in februari. Maar bovenal aan S. die verdroeg dat ik haar op deze plek onbeschaamd vaak met het hoofd liet schudden.


Amsterdam,
10 december 2010






Waarde A la recherche-lezer, ik knijp er even tussenuit. Terug op 10 januari 2011. Een goede jaarwisseling!

donderdag 9 december 2010

Andere levenslijnen (2)



Koning Georges I van België, hier tijdens de uitvaartdienst van de op zijn motor verongelukte vorst Muskar XXI (Klow, juli 1969).
Nog net zichtbaar: dochter Albertine Elisabeth, de balsturige prinses die tijdens de condoleance een natte cake naar de Borduurse gezant wierp en de verhoudingen tussen de buurlanden opnieuw op scherp zette.

woensdag 8 december 2010

Het Betere Beeldverhaal (2)


Lot 328, richtprijs € 1800 - 2000. Een origineel uit het album ‘Het uitstel’ van Jean-Pierre Gibrat, een (volgens zijn uitgever) ‘navolger van de grote cineasten, René Clair, Julien Duvivier en daarbij nog Frank Capra en, dichter bij huis, Jean-Pierre Bacri en Agnès Jaoui’:

Verschenen in de reeks Vrije Vlucht onder de hocus-pocusleuze: ‘Waar de roman in beelden verschijnt’.

De dwarse kijker in me wordt van zoveel pretenties een beetje lacherig en daarbij nog wantrouwend ook. Want: als hier zich een roman aan ons in beelden openbaart, waarom dan toch vijf (5) tekstblokken in die eerste drie plaatjes? Ik durf te wedden dat ze niets toevoegen.
En wat speelt zich hier eigenlijk voor gekkigheid af:

Gokje: de kraag van de uniformjas maakt een onnozele opmerking en de mouw moet daar hard om lachen (‘HUH-HUH!’). Waarop het borsthaar van onze held verstoord opmerkt dat het afgelopen moet zijn met het gedonder: ‘Jullie hangen verdikkeme midden in Het Betere Beeldverhaal!’

dinsdag 7 december 2010

Het Betere Beeldverhaal (1)



Geen blauw bloed gezien overigens, op die vernissage. Wel toastjes met selderiesalade en mandarijn (‘Het heeft weer ‘ns totaal geen klasse,’ mopperde S.). Plus een oude kennis van The American Book Store die ongevraagd een hele verhandeling tegen me aan kwakte over ‘Het Betere Beeldverhaal’.
Bij die uitdrukking moet ik doorgaans denken aan ‘Uw Kostbare Platen’, een klassiek dialoogje van Kees van Kooten en Wim de Bie:

- Wat doe jij nou met Uw Kostbare Platen?
- Je bedoelt hoe ik mijn Uw Kostbare Platen opberg? Nou, sowieso niet in de hoes.
- Nee, dat spreekt. Je zal wel gek zijn. Dan help je je Uw Kostbare Platen gegarandeerd naar de verdommenis.
- Uw Kostbare Platen moeten ademen. Dan heeft men het langst plezier van zijn Uw Kostbare Platen.

Et cetera.

Bekentenis op de valreep van het nieuwe jaar: ik kan erg obstinaat worden van Het Betere Beeldverhaal. En bladerend door deze veilingcatalogus van Coutau-Bégarie raakte ik danig kregel.

(Morgen verder)

maandag 6 december 2010

Mille millions de sabords!



Presentatie in een galerie waarboven een hardnekkig gerucht hangt van koninklijk bezoek. En dus stuitert S. uren achtereen door het huis in diverse stadia van aan- en ontkleding (‘Is dít wat?’). Uit balorigheid peuter ik tenslotte een oud en diep weggeborgen verjaardagscadeautje uit de verpakking.
‘Die ga je toch niet omdoen?!’ klinkt het ontstemd.
- En waarom niet?
‘Omdat ie… vloekt bij je pak.’
Ze heeft niet ongelijk.
Maar toch.

Alleen al de gedachte aan zoiets schunnigs als een vloekende Haddock-das redt mijn humeur.

donderdag 2 december 2010

Winter 1959



Gevoelstemperatuur: min 21


woensdag 1 december 2010

Bronnen (3)


Wat een mooi verkooppraatje:


Slechts 1 film per jaar maakt Fritz Lang...

De gedachte aan het vroegere werktempo van Hergé drong zich weer eens aan me op. Evenals de flagrante opvattingen van Marten Toonder: ‘De traagwerkers krijgen geen trilling; hun vliegwiel draait te langzaam, hun golflengte is te lang. Je moet jezelf op toeren brengen, dan ontvang je meer vibratie en van een hogere kwaliteit.’

En hop, weer die dekselse schuldgevoelens over mijn eigen laksheid. Om een depressie vóór te blijven, speurde ik haastig het web af naar compensatie. Hoe dacht de kritiek over Frau im Mond (De Maangodin) van uitslover Fritz Lang?


Dat hielp (een beetje).