maandag 29 februari 2016

Schrikkeleditie



29 februari 1940: de enige schrikkeleditie van Le Petit Vingtième.

Op het omslag een iets minder plat perspectief van wat we in het binnenwerk aantreffen:


Paard met nogal scherpe lijntjes. Vergelijk dat eens met het allereerste optreden van een dravend paard...


… in het allereerste Kuifje-avontuur (SOVIETS, 12 december 1929). Of met dit dynamische schouwspel…


…twee jaar later in AMÉRIQUE (7 januari 1932). De geest en de souplesse (lees: het plezier) van een Benjamin Rabier zijn hier nog volop aanwezig.

vrijdag 26 februari 2016

Duizelingwekkend


I.
Lijdend aan een ontstellende ennui kun je dus zomaar veertig mille neertellen voor een striptekening van een helikopter. Ik vroeg me af of je voor hetzelfde geld ook een echte helikopter kan kopen.

Al na een paar minuten vond ik op de Internationale Online Beurs voor Vliegtuigen een eenvoudige tweezitter, de Robinson r22. Nieuwprijs: 285.000 dollar, maar met 27 vliegjaren mag ie voor precies 40.000 euro weg.
De opleiding tot privaat helikopterpiloot is daarna (in België) voor een slordige 35.000 euro af te ronden – dat lijkt een smak geld, maar is zo’n beetje de prijs van de tekstloze édition universelle (ook wel: édition avant la lettre) van CONGO.

Toen ik de betekenis van dit alles tot me door liet dringen, begon het me, staand voor de kast met mijn verzameling, te duizelen. Een heel nieuw en enerverend leven, in ruil voor een stripplaatje en een stripalbum! Het leek te mooi om waar te zijn.

II.


Vraagstuk van de Week: wie is hier aan de wandel met een aangelijnde helikopter? En waarom? En wat heeft dit alles met Kuifje te maken?
Antwoorden per mail vóór zondagavond 20.30 uur. Opgelet: omdat in de vele inzendingen voor het Vraagstuk van vorige week, het juiste antwoord (Bobbie) ontbrak, is de prijzenpot verdubbeld.

dinsdag 23 februari 2016

Een valse nonchalance



Mailtje van Scudder die erg moest lachen om het jongste interview met Fanny Rodwell, deze week in Humo. Het artikel begint nochtans veelbelovend:

Fanny Rodwell (81), geboren als Fanny Vlamynck, is nog steeds een schoonheid. Ze heeft een valse nonchalance, wijst ons soms scherp terecht maar gaat geen vraag uit de weg.

Waarna de interviewer er meteen maar met een gestrekt been in gaat:

‘U houdt veel van dieren. Hoeveel hebt u er?’

Petje af voor de weduwe van Hergé die het hoofd koel houdt:

‘Ik had vier katten en drie honden. Nu hebben we nog één hondje.’

Alleen als er gespeculeerd wordt over de verschijning van een nieuw Kuifje-album, is de reactie een tikkeltje nerveus:

‘Dat kun je niet voorspellen. God weet wat er allemaal kan gebeuren. Misschien ontploft de wereld wel!’

Dat zou wat zijn. Meteoor?

maandag 22 februari 2016

Frutsels, stronterijen en flexisingles


De vergankelijkheid zat me weer eens op de hielen. Onderweg naar een Haarlemse vriend die op een koelplaat in zijn logeerkamer lag, zag ik boven het robuuste V&D-gebouw de bedrijfsvlag halfstok wapperen. ‘Het verleden is een leegstaand huis… als je geluk hebt.’ Dixit fotografe Diane Arbus die een overdosis pillen slikte en daarna haar polsen doorsneed.

Ik dacht aan een andere gesneefde winkelgigant, De Gruyter (550 panden, 7.500 man personeel) – bedrijf dat uitblonk in klantenbinding middels cadeau- en spaaracties. Wie goed zoekt, vindt in de berg frutsels en stronterijen dit curiosum uit het begin van de jaren zestig:


Een van de vier hoorspelen op flexisingle, destijds voor een kwartje te koop bij twee dubbelpakken Trexop-wasmiddel (à 87 cent) van De Gruyter:


Met in het klaphoesje een wijdlopige inleiding op slechts een kwartiertje vermaak…


… en een rolverdeling waarin opvalt dat kapitein Haddock gespeeld wordt door de man die vooral bekend werd als Malle Pietje in ‘Swiebertje’:


De illustraties bij deze grammofoonplaatjes doen overigens vaak denken aan de vroege Jijé, zoals deze in het binnenwerk van de hoes bij ‘De schat van Scharlaken Rackham’:


De rol van Kuifje werd toebedeeld aan presentator en joodse onderduiker Donald de Marcas. En wie horen wil hoe dat klinkt, kan terecht bij deze vinylhobbyist:

Klik!

Op iets minder hoge toon las De Marcas vele jaren later het nieuws voor - en gedichten op dodenherdenkingen.

woensdag 17 februari 2016

Kom zeg, wees een volwassen vent


I.
Waar is dit nu weer?


In de toko van Alain Huberty en Marc Breyne, eind vorige maand op de Brafa-kunstbeurs in Brussel.
Uiterst rechts een schaalmodel van de gestroomlijnde stoomlocomotief Type 12, verlokkende fetisj van François Schuiten (voor een vrijblijvend ritje met de futuristische ‘La Douce’, klik hier). Uiterst links, een tikkeltje bleekjes aan de wand, het Quick et Flupke-omslag…


…waarmee de mannen van Huberty & Breyne Gallery zo gewiekst de media bespeelden: 1 miljoen gevraagd voor tekening Hergé!

II.
En wat brachten onze twee Brusselse ketjes uiteindelijk op? Geen miljoen, maar nog altijd een comfortabele 800.000 euro:


De overige, gepeperde prijzen op dit lijstje (dat vooral handig is bij het omzeilen van het vermoeiende ‘prijs op aanvraag’) verwijzen naar de huidige verkoopexpositie van H&B betreffende ‘une collection privée exceptionnelle comprenant 50 pièces de qualité muséale’.

Van dat potsierlijke ‘qualité muséale’ blijf ik tafelzure congestie krijgen. Alsof er musea anders dan stripmusea zijn die ooit nog eens pagina 20 uit Jacques Martins ‘La grande menace’ aan de wand zullen hangen:


Alain en Marc hebben er aan de Brusselse Zavel een prijskaartje van twintig mille opgeplakt. Wat ze er niet bij vertellen: in 2011 zat die pagina nog in deze map...


...met 52 andere originele platen uit het album en een resem aan extra’s (alles bij elkaar 61 pagina’s, waaronder proefschetsen voor het omslag). Destijds kavel 29 op de Jacques Martin-veiling van Pierre Bergé (de fraaie catalogus staat nog steeds online). De bodemprijs was 180.000 euro – amper drie mille per pagina - en werd niet gehaald.

III.
Nog meer tafelzuur? Jawel:


Originele achterplaat van de Largo Winch-reeks, van Philippe Francq. Verkocht voor veertigduizend euro. Is het heus? Want is dit de facto niet slechts een triviaal plaatje van een kantoorgebouw en een helikopter?

Dat over smaak niet valt te twisten, is een gekend misverstand. Dus kom zeg, wees een volwassen vent.
Als je per se een helikopter aan de wand wilt, dan heb je voor hetzelfde geld een doek van een kunstenaar die door het onderwerp geobsedeerd is:


Test, uit de serie ‘Helicopters’ van Sabine Moritz. Ging in juli 2015 onder de hamer bij Sotheby’s. Richtprijs 14.000 euro, verkocht voor een zeer onverwachte 44.000 euro.

Het is een gedrang van jewelste op de kunstmarkt en of Moritz ten slotte een zekere belegging blijkt, is afwachten. De uitgave is in elk geval minder infantiel.

dinsdag 16 februari 2016

Want een dag niet gelachen...



Zó geestig, dr. Riklin... Hoe langer ik poets, hoe witter mijn dromen...

maandag 15 februari 2016

Legendarische mislukking


En terwijl S. in besloten kring het glas hief op de 73ste verjaardag van Gerard Thoolen*, slenterde ik door de natte sneeuw naar ‘Life in Colour’ - expositie van de kleurenfoto’s van Jacques Henri Lartigue. Die is zo’n beetje onsterfelijk geworden met deze legendarische prent…


…waarvan we de bewegingseffecten (de auto die naar voren buigt, de achtergrond die naar links zwiept) terugzien in dit niet minder doorluchtige tafereel van de jonge Hergé:


Lartigue beschouwde zijn klassieke opname overigens lange tijd als een mislukking, onder andere door de ‘slechte kadrering’ en de vervorming van het autowiel…! Die vervorming was onvermijdelijk, omdat de fotograaf zijn grote camera weliswaar meebewoog met de raceauto, maar niet snel genoeg én omdat hij gebruikmaakte van een zogenoemde spleetsluiter. Bewegingswetenschapper Bert Otten, alias Lindolfi, legt het hier allemaal helder uit .

Met Photoshop had Lartigue zijn grieven kunnen verhelpen…


Hier zijn het enkel nog de omvallende toeschouwers die beweging suggereren.

Enfin, de kwestie wordt ook op deze webstek meeslepend uitgediept, in tekst en beeld en mét een uitstapje naar Hergé.

Je moet Lartigues kleurenfoto’s bekijken om zijn gereserveerdheid over zijn bekendste zwart-witwerk te begrijpen. Het beeld is bloedstollend mooi gecomponeerd:


… en de beweging lijkt bewust geminimaliseerd:


Maar als er toch snelheid moet gesuggereerd, is ook de gedachte aan Hergé niet ver weg:


Ik zag geen buigende wielen en geen buigende toeschouwers, maar voelde wel de goedgemutstheid van Kwik en Flupke in hun zeepkist.


*) Met de kanttekening dat ze de acteur die haar carrière ooit een beslissend zetje gaf, alweer twintig jaar geleden in zijn graf zag zakken.

donderdag 11 februari 2016

Libidineuze lijntjes


Een taxi die als rekwisiet buiten het kader klaarstaat, zoals ik vorige week beweerde? Ik let niet goed op, schrijft A la recherche-lezer Michiel Prior:

Welnee, de taxi is de blauwe auto die in 't eerste plaatje - hoe praktisch! - alvast door de Tekenaar achter de zwarte Jaguar werd geparkeerd.


Het is een Panhard Dyna Z, een zeszitter waarvan we hieronder een exemplaar in goede/zeer goede staat zien met enkele gerafelde hoekjes, maar met een mooi binnenwerk en een opvallend ongeschonden ruggetje:


Schalks detail aan de Dyna is de eigenwijze derde mistlamp die ‘m een nogal libidineuze uitstraling geeft:


Die geile lijntjes lijken gefundenes Fressen voor Moebius, check toch vooral zijn ‘The long tomorrow’.

De Dyna figureerde overigens op een ansichtkaart in een bekende ‘Prévention Routière’-actie in Frankrijk:


Dat ging maar net goed! Spijtig dat commissaris Baardemakers in zijn Citroën HY niet uit zijn doppen kijkt en alsnog het arme wicht overrijdt.

woensdag 10 februari 2016

Doodsmelodie


Tikkeltje weggemoffeld in een rijkelijk gevulde, maar niet heel opwindende Drouot-catalogus:


Kavel 298: vijftig (50!) gouaches van Jacques Van Melkebeke ‘réalisée dans les années soixante-dix, dans l'esprit des illustrations du Petit Vingtième’. Richtprijs: 4000 (vierduizend!) euro. Het kassakoopje van de week, met dank aan Van Melkebekes niet zo heel benijdenswaardige status: ‘l'homme de l'ombre de la bd franco-belge’.

L’homme de l’ombre… Een paar keer fluisteren en je hoort er de wind bij huilen, het zand bij stuiven - een etiket als een doodsmelodie van Ennio Morricone.

maandag 8 februari 2016

vrijdag 5 februari 2016

Pssst! Taxi!


How to hail a cab in New York City?
S. is veruit bedrevener in het aanhouden van een taxi dan ik. Twee vingers omhoog, oogcontact maken met de chauffeur... Ik voel me nog steeds bedrogen door het Hollywood-cliché: arm in de lucht en heel hard ‘Taxi!’ brullen - waarna er effectief een taxi komt voorgereden (Umberto Eco schreef ooit een hilarische column over alles wat in films ‘buiten de kaders’ in gereedheid staat en als bij toverslag kan verschijnen).

Wat ons terug leidt naar het universum van Hergé. Morgen is het precies tachtig jaar geleden dat de Tekenaar (in de Petit Vingtième/Gebroken oor) zijn jonge held voor de allereerste keer een taxi laat aanhouden:


En zie/hoor hoe onwennig Kuifje te werk gaat! Want: Pssst! roepen naar een taxi? Geringe kans dat je met die lokroep de aandacht trekt.

Maar onze held leert snel. Tweede poging, in het direct daaropvolgende plaatje:


Vele jaren later (in Cokes in voorraad) zal zijn geestelijk vader hem in de watten leggen met een taxi die als rekwisiet aanvankelijk buiten het kader voor hem klaar staat:


Let op de openstaande deur die Kuifje de gelegenheid biedt al tijdens het naar binnenrennen dat andere fraaie Hollywood-cliché te roepen: ‘Taxi, volg die auto!’.

dinsdag 2 februari 2016

maandag 1 februari 2016

Walvismuziek


Op de honderdste etage van het One World Trade Center, in het wel erg gelikte observatorium, was de weemoed weer eens onafwendbaar. Ik miste de klare lijnen en het morsige beton van de oude WTC-torens en verfoeide de glazen wezenloosheid van hun opvolger. Er was amper een connectie met de omgeving – evengoed stond dit rotding in Dubai of Shanghai.

For me, the day of the all-glass building is finished,’ schreef de ontwerper van de oorspronkelijke Twin Towers, Minoru Yamasaki, veertig jaar geleden al in The New York Times. ‘As for mirror glass, I detest it.’

Later die dag, nog steeds ontdaan, zocht ik verkwikking in het oudste antiquariaat van de stad waar de atlas van Frederick de Wit ($ 75.000) zomaar naast een zeldzame* eerste druk van Moby Dick ($ 55.000) lag. Daarmee vergeleken leek het (helaas weinig smetteloze) exemplaar van All the Funny Folks (The Wonder Tale of How the Comic-Strip Characters Live and Love Behind the Scenes) uit 1926 een koopje, maar het afwijzend gefluit van S. klonk als voorspelbare walvismuziek.

Ten slotte liep ik naar de kassa met een gesigneerde editie van Learning to Fly. In deze klassieke ‘Vliegen voor dummies’ wordt onder andere glashelder uitgelegd hoe je je kist niet aan de grond moet zetten:


Het leek me een essentiële toevoeging aan mijn ZWARTE ROTSEN-plankje:




*) En die is, door een voorbeeldige calamiteit, wérkelijk zeldzaam: Only 3000 copies were printed, and it was not a commercial success. Three years later, all of the unsold copies were destroyed in a warehouse fire, making this truly rare and desirable.