vrijdag 29 mei 2015

De krabbel van de bokkige bakkersdochter


‘Heel clever, oude schurk’ mailde D. die me verweet de oorspronkelijkheid van een gesigneerde SOVIETS (exemplaire no. 90) verdacht te maken om ’m vervolgens ‘zelf voor een prikkie’ binnen te hengelen.
Nu overschat je me, schreef ik terug. En tweeëntwintigduizend euro is, in welk opzicht ook, géén prikkie. Trouwens, wat vond hij zelf?
Twijfelzinnig antwoord: ‘Dat is niet de linkerhand van Germaine, hoor. Maar aan de andere kant misschien ook wel.’

Misschien ook wel?*


Links de SOVIETS die veelvraat Alain Van Neygen vanavond tracht te slijten** op de Hergé-veiling van Catawiki, rechts een hoger, veel hoger nummer (waarover later meer).

Enfin, niets nieuws onder de zon. Het gehakketak over de krabbels in SOVIETS (en CONGO, zie hier en hier) is een oude discussie en de facto een vrolijk-infantiel discours omdat het hier onder andere gaat om de signeerkwaliteiten van een bokkige bakkersdochter die zich de rol heeft aangemeten van een draadharige foxterriër. Dr. Riklin had zijn pootjes vingers erbij afgelikt!


*) ‘Dat neem ik terug,‘ schrijft D. later.Vals. Noteer dat maar. Zeker weten. Bijna.’
**) Aanvulling vrijdagavond 22.45 uur: album inmiddels afgetikt op 30.000 euro.

dinsdag 26 mei 2015

Quinta essentia


En hoe verging het ten slotte onze exclusieve (maar ook weer niet zo héél exclusieve) OREILLE? Het album connu à un seul exemplaire vond zaterdag een nieuwe eigenaar - voor € 57.987. Maar de verwondering mocht ik reserveren voor een andere uitkomst. Van het albumaanbod (70 Kuifje-titels) bleef ruim veertig procent onverkocht, vergeleken met vorige edities van de UNIVERS-veiling van Artcurial een ongekend hoog aantal (in 2014 vond honderd procent een koper…).

Marktverzadiging? Of een dipje waar we nog geen conclusies aan mogen verbinden?

Voor andere lollige statistiekjes moeten we naar de Hergé-veiling van Catawiki (aanstaande vrijdag) die wel heel sterk leunt op het aanbod van Alain Van Neygen. De eigenaar van de 9eme Art Gallery kiepert al enkele jaren zijn volledige verzameling in etappes op de markt en komt nu met een extra grote worp van honderd-en-één kavels. En dus:


Origineel naambord dat is losgeschroefd van de originele Studios aan de (originele) Louizalaan. Maar ook veel oude (en onverkochte) bekenden zoals deze TIBET, een van de honderd hors commerce-albums, met een dédicace van de Tekenaar voor de familie De Moor:


Vorig jaar een vaste gast op eBay, met een nimmer gerealiseerde vraagprijs van € 18.000. ‘Zeldzamer dan Tintin au Pays des Soviets,’ voegt Van Neygen er nu hoopvol aan toe. Dát album biedt hij overigens ook aan, in een wat onvormelijke ‘zéér zéér goede staat’:


Met € 22.000 is hiervoor inmiddels de reserve price bereikt. Ik zou zeggen: naar de bodem van de oceaan met die hors commerce-TIBETs en die OREILLES met zwart-wit vignet, stelletje zeekomkommers! De gesigneerde SOVIETS is nog steeds de quinta essentia van de Kuifje-verzameling, de nucleus van een volwassen collectie. Op naar de € 40.000, minstens!*


*) Met inachtneming dat het exemplaar (no. 90) een tikkeltje verdacht is. Rondom dit nummer bestaan een aantal ongesigneerde albums (de ‘lege’ no.89 werd vorig jaar geveild bij Artcurial voor € 18.000). Als koper zul je dus moeten vertrouwen op de echtheid van de krabbels van Georges/Tintin en Germaine/Milou – of vertrouwen op je intuïtie (is het pootje van Milou hier niet te beverig?).

vrijdag 22 mei 2015

Leugens & lichtvoetigheid


I.
Telefoontje uit Cannes, van een broodnuchtere S. Of ik weer eens windmolens aan het bevechten was? Betrapt staarde ik naar het scherm van de laptop. Juist broedde ik op een mailtje aan François Tajan van Artcurial, lichtvoetige vermaning aangaande de vermeende exclusiviteit van kavel 111, de curieuze OREILLE uit het vijftiende duizendtal (Slechts één exemplaar bekend… Jaja).

Un petit mensonge. Un meilleur rendement had ik voor de onderwerpregel bedacht.
Nee, met de lichtvoetigheid wilde het niet echt lukken.

‘Ach, ze zoeken het ook maar uit,’ zei ik tegen S. terwijl ik de mail verwijderde. ‘Volwassen mensen... Nog iets moois en ongemakkelijks gezien?’

II.
Lichtvoetigheid op de originelenveiling van Millon:


De knechten van Hergé zijn hier ruim vertegenwoordigd (met onder andere een euh... canailleus inkijkje van Cuvelier), maar de meester zelf zien we slechts terug in een origineel van Stanislas en in bovenstaande prent van Johan de Moor.
Kavel 84, Le sourire d'Hergé.
‘Naar Da Vinci’ noteert De Moor. Moeten we hier, net als bij La Gioconda, een theorie poneren over het waaróm van de glimlach? Dan gok ik erop dat deze Hergé onbedeesd plezier beleeft aan zijn Syldavische koeterwaals:


Rechts van hem een notitievelletje met een dialoog die we kennen uit het MAAN-avontuur:


De klare lijnen van deze auto…


… doen overigens vermoeden dat de Tekenaar iets anders heeft gedronken dan Klow-water.

dinsdag 19 mei 2015

En dat is 3...



O tijding van vreugde, de OREILLE uit de verbliksemde 15ème mille met de petite image in... zwart-wit.

Relict uit de uitgebeende collectie van Stéphane Steeman die er in het oermanuscript van zijn Tout Hergé (lees: zijn nog ongethematiseerde, grotendeels ongepubliceerde herinneringen) een leuke anekdote aan wijdde (lees: het ECHTE verhaal erachter vertelde). Richtprijs op de veiling van Artcurial, aanstaande zaterdagochtend: € 50.000 - 60.000. Fors, maar verdedigbaar want: Album connu à un seul exemplaire.

Daar gaan we weer.

Slechts één exemplaar bekend? Althans één lezer van dit blog zal zijn wenkbrauwen fronsen en met recht kunnen beweren dat er weer eens kletspraatjes uit Parijs komen. Twee gekende exemplaren dus, en vooruit: dat maakt nog steeds een curiosum. Ditmaal geen gehakketak over de listige prijsopdrijving.

Hoewel?

Het exemplaar van Steṕhane is gesigneerd door Hergé (en in zijn geval moet ik daaraan toevoegen: vanzelfsprekend). Kavel 111 bij Artcurial is dat niet. Hoe kwam ik er überhaupt bij dat dit een album uit de collectie van Stéphane was?

Dat maakt: 3 exemplaires connus.

En nog drie dagen te gaan.

Ik ben benieuwd.

maandag 18 mei 2015

Kleine hamburger!


‘Dus geen spijt dat je niet bent meegegaan?’ giechelde S. zaterdagnacht aan de telefoon.
‘Nee hoor,’ zei ik, ongelogen. Want zij met Woody Allen en Max Rockatansky in het eivolle Cannes en ik in een ledig huis met een stapel boeken die ik nu eens ongestoord kon decimeren.
‘En l-l-lukt het een beetje?’ vroeg S, teut als een jeneverstruik.

Langs de klare lijnen van het voorzienbare, zou ik nu mismoedig moeten bekennen dat ik tot niets was gekomen - de tijd verkwist op het web en aan lichtvoetige lectuur. Maar dat was niet zo. Met (eindelijk!) David Van Reybroucks Congo en de nieuwe vertaling van Berlin Alexanderplatz achter de kiezen, was ik inmiddels flink op stoom in de biografie van de paranoïde en zelfdestructieve, in Zweden mateloos populaire troubadour Cornelis Vreeswijk (Misschien wordt ’t morgen beter – louter op titel gekocht).

‘L-lees ‘ns iets voor uit wat je nu op schoot hebt,’ zei S. argwanend. En ik antwoordde: ‘Daar ben ik, kleine hamburger. Nee, nee, dat niet! Jezus! Aaah! POOP’
‘Zei je nou poep?!’
‘Het is twee uur geweest,’ zei ik, een tikkeltje opgelaten. ‘Ga lekker slapen.’



dinsdag 12 mei 2015

Angst, schrik en afgrijzen


I.
Tip van een A la recherche-lezer: iets minder theatrale lancering van Archibald Pump...


..met de handjes stevig op het stuur doch het gezicht in afgrijzen vertrokken.

Fragment van de omslagtekening van de Petit Vingtième, 7 april 1938. Een vooraankondiging van de dood (La semaine prochaine: la fin de monsieur J.A. Pump, luidt het onderschrift) opdat het de lezertjes straks niet te veel schrik zal aanjagen.

II.


Onze held in een Amilcar (of was het nu een hybride met een snufje Bugatti en een likje Alfa Romeo?). De paradox van de figurines: ze voegen een dimensie toe en leveren expressie in. Meer beeld, minder beeldtaal - het is wachten op de kunstenaar die uit hars overtuigende bewegingsstreepjes giet.

Kavel 28 overigens, op de komende, nogal plichtmatige editie van de Univers du createur de Tintin-veiling. Wel bleef het oog nog heel even hangen op dit curiosum:


Permis de conduire italien enrichi de 4 dessins au stylo Bic représentant les portraits de Tintin, Milou, Haddock et Tournesol. Signé et réalisé en 1964 et 1965. Document intéressant et insolite.
Estimation 2 000 - 3 000 €

III.
Opdoffelende herinnering aan mijn eerste auto. Het rijbewijs kraakvers op zak. De bangigheid en de twijfel van de asfaltfeut - handen aan het stuur gekleefd. Maar de R4 Fourgonnette liet zich bepaald niet oppoken tot 248 km/u. En de angst werd een vrijheidsroes.

Nu. Ging. Het. Allemaal. Gebeuren.

maandag 11 mei 2015

Gestolde werkelijkheid


I.
En met de raketwagen van Fritz Von Opel nasuizend in het binnenoor, moeten we het toch nog even over deze arme drommel hebben:


14 april 1938: John Archibald Pump verongelukt op zijn privé-circuit (en in de Petit Vingtième*). Een klapband: BANG!

Dertig jaar later, in precies diezelfde maand (7 april 1968), sneuvelt Formule 1-rijder en tweevoudig wereldkampioen Jim Clark op precies diezelfde manier. Clark vliegt met 274 kilometer per uur de baan af, Pump klokte in zijn laatste momenten 248 kilometer per uur.

II.
Fraai is het ritme waarmee Hergé de laatste rit van de excentrieke miljonair verbeeldt. De Tekenaar lanceert zijn personage (CRAC) en laat hem, volgende plaatje, landen op de voorpagina van The Daily News (John Archibald Pump est mort).

In de herschikte pagina’s van de albumuitgave verstoort Hergé die cadans…:


…door er de brandende resten van het racemonster tussen te moffelen. Gruwelijk detail, grote misslag.

Let overigens op een ander akkefietje, een detail dat me nu pas opviel. Pump crasht met die bijna 250 kilometer per uur in het hekwerk, laat het stuur los en steekt zijn armen in de lucht: een erg theatrale beweging van overgave en zeker iets wat alleen maar kan in de gestolde werkelijkheid van een stripplaatje.


*) Veel eerder al is hij gesneuveld in Coeurs Vaillants (en in kleur, zie inzet in eerste afbeelding), op 18 juli 1937.

donderdag 7 mei 2015

Een gruwelijk einde



Sensationele avonturen van een kikvors – aankondiging van de derde krantenstrip die Hergé maakte met de schnabbelende boekhouder René Verhaegen (26 juli 1928).

De wekelijkse avonturen van een boomkikker en een schildpad verschenen tussen 2 augustus en 25 oktober in Le XXe Siècle en zijn een vertrouwd hors d’oevre voor de bezitters van Les Débuts d’Hergé en de Chronologie-uitgaven van die andere boekhouder: Philippe Goddin. Het is haastwerk dat, vlak voor de verschijning van het nieuwe bijvoegsel Le petit vingtième, ook nog eens snel moest worden afgerond.

In Huib van Opstals Essay RG een hilarische beschrijving van het abrupte en gruwelijke einde van dit vrolijke verhaal voor kleine lezertjes:

Aflevering tien (4 oktober 1928)– vredig gaan de schildpad en de boomkikker ’s avonds aan tafel als plotsklaps ratten met messen tussen de tanden de kajuit binnendringen!… aflevering elf – de ratten vallen aan!… Twaalf – in een (allermiserabelst getekend) gevecht worden snuiten en schedels ingeslagen, kleuren snorharen rood van het bloed, stapelen lijken zich op!… dertien (25 oktober 1928)– ratten steken de aak met benzine in lichterlaaie waarop alle beesten hun einde vinden in een voortreffelijk getekende, ontzaglijke ontploffing.


Zijn volgende explosie tekent Hergé drie maanden later - voor de allereerste aflevering van SOVIETS – en is misschien iets minder voortreffelijk:



maandag 4 mei 2015

Raketen-Fritz


4 mei – en laten we er niet voor terugdeinzen om ook hém te gedenken:


Fritz von Opel, geboren: 4 mei 1899. In 1928 is hij voortdurend in het nieuws met zijn spectaculaire ritjes in raketwagens:


Vierentwintig raketten (filmpje!) maken een snelheid van 230 km/u mogelijk en verschaffen Von Opel de bijnaam Raketen-Fritz.

Voor wie bij het laatste beeld een vage notie van herkenning heeft: vergeet John Archibald Pump, enter het Katangese negerkoninkje Popokabaka…


… wiens krankjorume avonturen (bedacht door René Verhaegen, zoon van een eierboer en hulpboekhouder van Le XXe Siècle, en geïllustreerd door de fotoreporter en tekenaar Georges Remi) doordesemd zijn van de actualiteiten van 1928. Toen Von Opel overstapte op een raketvliegtuig had het duo onze zwarte held alweer de nek omgedraaid en rommelde wat met een ongeïnspireerd verhaaltje over een boomkikker en een schildpad*.


*) Donderdag meer...