woensdag 28 oktober 2015

donderdag 22 oktober 2015

Bruut!


14 juni 1931. Om een bordspel af te kunnen drukken, maakt Coeurs vaillants van SOVIETS een bordspel:


Illustratie als antwoord op een lezersvraag over de urgentie om ook deze krantjes te verzamelen. Laten we zeggen: alleen als curiositeit - omdat CV zo voorbeeldig was in het bruut negeren van de oorspronkelijke paginacomposities van Hergé.

Hoe de lezertjes van de Petit Vingtième op 16 juni 1938 het einde van ÎLE NOIRE beleefden…:


…en wat hun Franse leeftijdgenootjes op 30 april 1939 moesten slikken:


Merk ook op dat het Sabena-toestel in het laatste plaatje verbouwd is tot een... ja, wat eigenlijk...?

Of moeten we dat broze krantenpapier juist in huis halen voor het ongekende ratjetoe aan inkleuringen?


Let bij dit voorbeeld op de Opel Olympia, linksonder, die domweg zwart-wit door het kleurenbeeld rijdt…

De merkwaardigste ‘inkleuring’ treffen we overigens aan in enkele afleveringen van TEMPLE.

Rood:


Geel:


En, vermoed ik, geel en groen...:




Ik knijp er even tussenuit. Verder op maandag 2 november.

maandag 19 oktober 2015

Bevende noten


Juweel van een column van Wim Noordhoek* die me heel even de grijsheid van de zondagmiddag deed vergeten. Laten we eens kijken naar het beeld dat hij toevoegt:


Plaatje 5: ‘Ben jij ‘t… Mar-ga-re-ta?...’ (Est-ce toi, Marguerite? Est-ce toi?)

De Milanese Nachtegaal is hier amper begonnen aan de Juwelenaria (< 10 seconden) of Kuifje concludeert al opgelucht dat hij omgeven is door Securit-glas.

In de oerversie (januari 1939) reageert hij juist veel minder alert:


C’est la fille d’un roi qu’on salue au passa-a-age…

Bij die passage zijn we al bijna een minuut gevorderd in het libretto van Jules Barbier! Zingt Castafiore hier een tikkeltje minder overrompelend? Dat zou kunnen kloppen: zie maar eens hoe Hergé in de kleurenversie (derde plaatje) de noten laat beven.


*) Noordhoek ontmoette Hergé in 1971. Zijn televisie-interview riep bij mij een profane vraag op (Stonk Hergé?) en stond aan de basis van een bescheiden olfactorisch onderzoek in drie delen.

vrijdag 16 oktober 2015

Inbox


Scudder: Un bon browning bien chargé est le commencement de la sagesse… Intrigerend onderzoek, overigens!

Wat de Thysville betreft: er is geen album waarin de retouche van de patrijspoort te zien is. De afbeelding was een fragment van de originele plaat:



Maarten: Een verzamelaar in San Theodoros heeft momenteel een exemplaar uit de tirage de tête (500 exemplaren) in de aanbieding. Laten we zeggen dat het géén nieuwstaat* is...



René: Maar anders bouwt u ‘m toch gewoon zelf…:


(Uit: Coeurs Vaillants, 19 februari 1939)



*) De édition noir & blanc uit 1938 die Alain Van Neyghen aanbiedt, is evenmin in goede staat:



woensdag 14 oktober 2015

Het geheim van Monet


En wie hebben we hier?


Nazikopstuk en kunstrover Hermann Wilhelm Göring. Morgen is het precies 69 jaar geleden dat hij een capsule met cyaankali slikte en aldus het vonnis van het Neurenberg Tribunaal (dood door de strop) ontliep.

Maar let vooral op het schilderij rechts van hem.

Daarin herkennen we eenvoudig deze vroege Monet, hier tijdens de kijkdag voor een veiling in Parijs, maart 2014:


La Pluie de Roses (pour la diva).

Dit is het doek dat Hergé inspireerde tot de rozenscène in BIJOUX (pagina 56):


De pijl verwijst naar de opmerkelijk dikke verflaag op het handvat van de paraplu. Onderzoekers van het J. Paul Getty Museum in de Verenigde Staten troffen, zoals bekend, met behulp van een speciale röntgentechniek (MA-XRF) in het pigment een microdot aan, met steganografisch sterk verkleinde informatie.

Enfin, na alle wilde speculaties wordt komende vrijdag tijdens een persconferentie in het Musée Marmottan Monet de inhoud ervan eindelijk openbaar gemaakt. Wordt vervolgd!

maandag 12 oktober 2015

Brownie


Mail van Scudder die peinst over de zusters Augustinessen en de Portugese journalisten, aan boord van de Thysville, 3 juni 1930:

De combinatie van die twee deed me denken aan eerwaarde Abel Varzim, een Portugese geestelijke die in de jaren rond 1930 in Brussel woonde. Hij had daar de strip Kuifje leren kennen en die met veel plezier gelezen. Toen hij rond 1934 terugkeerde naar Lissabon, kwam hij in contact met Adolfo Simões Müller, de latere hoofdredacteur van het kindermagazine O Papagaio. Enfin, de rest kennen we: in 1936, na enig touwtrekken over de hoogte van de auteursrechten, werd Kuifje voor het eerst in een land buiten België en Frankrijk gepubliceerd, voor het eerst vertaald én voor het eerst ingekleurd.

Die inkleuring is vrolijk primitief, zie de allereerste Kuifje-aflevering in O Papagaio, 16 april 1936:


Let op Bobbie die we met goed fatsoen geen Snowy meer kunnen noemen. Een jaar later, in het FARAO-avontuur, is de bruine teint alweer goeddeels uit de vacht gebleekt:


En als Kuifje kort na de oorlog door O Papagaio op vakantie wordt gestuurd, is zijn metgezel alweer bijna de oude:


Overigens een curieus omslag (uit augustus 1945) dat mij evengoed deed denken aan een underground-blaadje uit de late jaren zestig.

vrijdag 9 oktober 2015

Zoek de verschillen


De Thysville in 1939…


…en in 1953…


…overgenomen door het Britse Ministry of Defence en ingezet als het troepenschip Empire Test. Zoek de verschillen... De romp is in elk geval wit geschilderd en heeft rondom een blauwe band gekregen, de masten kleuren crème, de schoorsteen is geel.

Op de tweede foto maakt het schip zijn laatste reis, via Liverpool naar Farlane, Schotland, waar het in 19 juni 1953 (Kuifje wandelt dan op de maan) arriveert. In een destructiedok valt de Thysville/Empire Test in slopershanden van Metal Industries Ltd, een bedrijf dat - o ironie! - werd opgericht in het jaar dat de Thysville zijn maidentrip maakte: 1922.

woensdag 7 oktober 2015

Naar de Congo!


Kavel 5 op de Hergé/Kuifje-veiling van Catawiki:


Bantoetaalgidsje uit 1926 - met een omslagtekening van Hergé – dat me zomaar deed terugverlangen naar een avondje Congolese avonturen met onze koloniale held.

Het vertrek van de jonge reporter naar de Congo is vastgelegd in de Petit Vingtième van donderdag 5 juni 1930. En hoewel het omslag misschien anders doet vermoeden…


…scheept Kuifje zich, zoals bekend, toch echt in op een heel andere stoomboot, de Thysville.

Dit schip van de Compagnie Belge Maritime du Congo vertrok al op dinsdag 3 juni, zo kunnen we opmaken uit een bericht op de voorpagina (donderdagochtend 5 juni) van het Vlaamse dagblad De Volksstem. Daarin lezen we ook dat er méér reporters aan boord waren:


Het Portugese journaille ging vier dagen later weer van boord, blijkens deze scheepsberichten uit Le Figaro:


Aankomst in Congo, in de kleine havenplaats Banana: 19 juni. De Thysville vaart daarna over de Kongo* het Kongobekken in tot Boma, waarna het nog een kleine drie uurtjes varen is tot de laatste stop, Matadi.


‘Matadi! Iedereen van boord!’

Iedereen?

Alleen Kuifje en Bobbie vertonen zich aan de reling. Duidelijk is dat Hergé zich er met een jantje-van-leiden vanaf heeft gemaakt en zijn held aldus een privé-overtocht gunt. Van de 135 passagiers waarvan De Volksstem nog rept, is op de veertien pagina’s die de reis in beslag neemt, niemand zichtbaar.


*) De gele rivier waarboven het volgens scheepsarts J.J. Slauerhoff bitter mijmeren is...

maandag 5 oktober 2015

Het heele leven is toch verloren


Bon, 5 oktober. Sterfdag van Jan Jacob Slauerhoff, dichter, schrijver en scheepsarts die steevast als eerste ziek werd. Auteur van o.a. misantropische kwatrijnen onder de titel: ‘Het heele leven is toch verloren’.

Bij het Nationaal Archief bewaren ze dit curieuze prentje van hem:


Let vooral op het gekunstelde ‘…toen hij…’.

Zo weten we er nog wel eentje!


De Tekenaar mocht, zoals op te maken uit de daaropvolgende snibbige correspondentie, uiteindelijk zijn montuur toch inruilen voor een wat minder blits model.