maandag 19 november 2012

Die hadden we nog niet!





Lot 5b
MARQUE PAGE ANCIEN DE GEORGES REMI (HERGÉ)
Collection Maîtres de la BD - N° 1
Estimation 100 - 200 €









Over twee weken verder.

donderdag 15 november 2012

En we blijven dromen


Gebelgde reactie van een lezer die het onkies vindt te reflecteren op een onvoldongen zelfmoord. Maar ook de waardevolle respons van een volger uit De Haan:

Als kind was iedere lectuur van een Kuifje-album voor mij een uitstap in een perfect georkestreerde wereld waarin ieder personage zijn rol speelde. Wat ik toen niet begreep, was waarom op het einde van Vlucht 714 het de kapitein was die op het einde van het TV-interview een hand gaf aan de reporter: dit was toch duidelijk een werkje voor de contactvaardige Kuifje? Intussen had de kapitein de handen vrij gehad voor een of andere stommiteit of was er nog een staartje op het na een consumptie sterven van een plant op de luchthaven.
Pas enkele decennia later vernam ik als volwassene dat het de uitdrukkelijke wens was van Jean Taussat om ‘een hand te geven aan de kapitein’.

Of hoe een auteur zijn geesteskind onrecht aandoet met zijn padvindersverleden…


Mijn gedachten zijn intussen vooral bij de lezertjes van het Weekblad die 45 jaar geleden voor het lapje werden gehouden met deze fraaie cliffhanger:


‘Ze drijven naar de lava! Ze zullen levend verbranden! We moeten iets doen!’

Op de volgende, drie laatste pagina’s voltrekt zich inderdaad een ramp - van artistieke aard. Hergé kan zijn verhaal slechts afronden middels een algehele mobilisering van Jacobsiaanse tekstballonnen:



Enfin. Met pijn in de buik* verplaatsen we ons fluks in de gelukkige weekbladlezer die in 1948 nog dit afwikkelend juweel (let op de humor, de zuurstof, de inkleuring) kreeg voorgeschoteld:



En we blijven dromen.


*) Soms wordt weemoed veroorzaakt door slechte ingewanden. (Anton Tsjechov)

dinsdag 13 november 2012

When the day is done


Bon, gedenken we de ongelukkige Jean Taussat die dezer dagen precies een halve eeuw geleden een vriendelijk briefje kreeg van Hergé. De tekenaar schrijft daarin iets ongewoons: hij verklaart akkoord te gaan met de smeekbede van Taussat om een gastrolletje te mogen spelen (‘enkele portretfoto’s voeg ik toe’) in een nieuw avontuur van Kuifje. Tenminste, zodra de gelegenheid zich voordoet.
De jonge Taussat moet geduld hebben tot 14 december 1967:


Uit de slotpagina van VOL 714. Van links naar rechts: Zonnebloem, Taussat, Haddock, Kuifje. Pijnlijk detail: Taussat is dan al twee jaar dood, in november 1965 gesneuveld tijdens, kunnen we her en der lezen, ‘het schoonmaken van een wapen’.



Met zo’n gun cleaning accident wordt in veel gevallen iets nog veel minder dragelijks verbloemd: suïcide (de vrouw van Ernest Hemingway durfde pas vele jaren later te erkennen dat haar man niet door een ongeluk om het leven was gekomen). Zonder er verder over te speculeren, geeft Taussats verzoekschrift aan Hergé wel aanwijzingen in die richting. De jonge fan schreef in 1962 wat zijn gastrol zou betekenen: de mogelijkheid van een intenser leven in een wereld waarin voor banaliteiten en het kwaad geen plek is.

Een buitenstaander, die Taussat, te gevoelig voor dit aardse tranendal.


maandag 12 november 2012

Smakeloos


Op de koffie bij D. die getroffen is door een lichte attaque en, tijdelijk, zijn smaak kwijt is. ‘Een geluk bij een ongeluk,’ schampert hij. De kans is aanzienlijk dat hij binnen een jaar geveld wordt door een echte beroerte - tenzij hij stopt met roken, matigt met alcohol, afziet van overvloedige maaltijden en meer beweegt. Zonder iets te proeven vallen die eerste drie restricties hem niet heel zwaar.
Maar meer bewegen?

Van zijn woning naar zijn opslag is het een miezerig kwartiertje wandelen. We gaan met de auto. Ik heb me voorgenomen om niets te kopen, ook niet uit medelijden; dit is ongelogen een rechtschapen ziekenbezoek. D. toont een promotieaffiche van Casterman voor de boekhandels - mooi, en nee, geen interesse. ‘Toch bijna zeventig jaar oud en dat zie je er nauwelijks aan af,’ mompelt de patiënt onderduims.

En tijdens de terugreis stel ik gelaten vast dat een leven zonder smaak voordeliger is dan een leven zonder ruggengraat.

donderdag 8 november 2012

Numéro d’Art



Artcurial probeert 24 november te herhalen wat veilinghuis Rops eerder flikte: flink cashen op een abstract doek van Hergé. De Belgen schatten vorig jaar één van Georges’ navrante uitstapjes naar de schilderkunst in op een voorzichtige 10 à 15 duizend euro. Ze mochten zomaar afhameren op het dubbele.

Bij Artcurial zijn ze minder bescheiden: richtprijs € 60.000 - 80.000 voor het doek dat (evenals het Rops-kavel) bedoeld was als een huwelijkscadeautje voor zijn schoonmaakster*. Wie daar de symboliek van doorziet, gaat gewoon naar de 40th Anniversary Sale van Christie’s (20 november in Amsterdam) en biedt voor hetzelfde geld mee op een waardevaste Appel (Drie paarden) of op een fraaie Dumas (If it’s deep - is it dark?).


*) En nog een beroerd schoonmaakster ook...

dinsdag 6 november 2012

Nieuw op DVD



Heruitgave (blu-ray) van Fritz Langs inktzwarte klassieker uit 1943. Cartoonist gaat weddenschap aan met striptekenaar: ‘Wie verdient het meeste aan de oorlog?’. De sinistere Kaproen dreigt al snel met straatlengte te verliezen van de zelfzuchtige Hergé. Maar dan gaat hij een verbond aan met Hermann Göring. De kunstrovende nazi-leider stelt miljoenen Reichsmarken in het vooruitzicht als de cartoonist hem het door Hergé verduisterde meesterwerk The Fallen Madonna weet te bezorgen…







Remi gaf later toe letterlijk onpasselijk te zijn geworden van zijn personage Hergé en koos nadien bewust voor rollen in romantische komedies (veelal samen met de cholerische Germaine Kieckens). Vandersteen werd, na de fenomenale ploert Kaproen, louter nog getypcast voor schurkenrollen. In 1958 kwam hij om het leven door een tragisch ongeval (omvallende boekenkast) op de set van The Diary of Anne Frank. Voor zijn ijzingwekkende rol als SD-agent Karl Josef Silberbauer ontving hij postuum een Oscar.

maandag 5 november 2012

Lullig


Naar Skyfall in de matinee - en, nu ja, het regende en het voelde niet als verknoeide tijd. Wel maakte de hyperkinetische percussie op de soundtrack me een tikkeltje weemoedig. Hoe ribbedebie in de mist der jaren was het jochie dat ooit de platen verzamelde met de filmmuziek van John Barry? In retrospectief lullige deuntjes bij lullige rolprenten. En toch, de lulligheid was tenminste prettig onbevangen.
S. wilde na afloop een ragoût-envelopje eten bij Holtkamp, maar stilletjes verlangde ik naar een beschuitje van Turkstra.




Morgen: een sinistere weddenschap